Constitution of the Confederation of Mahuset/nl

From MicroCommons
Jump to navigation Jump to search

Grondwet voor de Confederatie Mahuset

Voorafgaande Opmerking

Preambule

Wij, het volk van Mahuset, trots en bewust van onze geschiedenis, met verantwoordelijkheid voor de toekomst, en met geloof in universele waarden, met vastberadenheid om een sociale en democratische rechtsstaat op te bouwen, en om de fundamentele rechten en vrijheden van de mens te waarborgen, met een geest van tolerantie en religieuze coëxistentie, met de belofte voor de bescherming van de menselijke waardigheid en persoonlijkheid, evenals voor de welvaart van de hele natie, voor vrede, welzijn, cultuur en sociale solidariteit, met de eeuwen-oude aspiratie van het Mahusetaanse volk voor de nationale identiteit en eenheid, met een diepe overtuiging dat rechtvaardigheid, vrede, harmonie en samenwerking tussen de naties behoren tot de hoogste waarden van de mensheid, Vestigen wij deze Grondwet.

Deel I - Inleidende Voorzieningen en Principes van Grondwettelijkheid

Artikel I – Staatsmodel

De naam van de staat zal de Confederatie Mahuset zijn en de bestuurvorm daarvan zal een federale, presidentiële, representatief democratische republiek zijn. Alle macht zal onlosmakelijk liggen bij en voortvloeien uit de burgers van de staat en mag niet uitgeoefend worden zonder hun instemming.

Artikel II – Staatssoevereinteit

De Confederatie Mahuset bevestigt hierbij haar onvervreemdbaar, onaantastbaar en soeverein recht om haar eigen bestuursvorm te kiezen, om haar relaties met andere naties te bepalen en om haar leven politiek, economisch en cultuureel te ontwikkelen in overeenstemming met haar eigen talent en tradities.

Artikel III – Jus soli

Het is het geboorterecht van elk persoon geboren in het territorium van de staat, inclusief zijn eilanden en zeeën, om een burger van de staat te zijn. Dit is ook het recht van alle personen die anderszins bevoegd zijn, in overeenstemming met de wet om een burger van de staat te zijn. Bovendien koestert de staat zijn bijzondere affiniteit met mensen van Mahusetaanse afkomst die in het buitenland wonen en zijn culturele identiteit en erfgoed delen.

Artikel IV – Joods-Christelijke tradeitie

Het voorname uitgangspunt van de Mahusetaanse maatschappij en de Mahusetaanse overheid zal het beschermen en waarborgen van haar Joods-Christelijke traditie en haar westerse seculier humanistische cultuur zijn, hiertoe behoren de principes van de scheiding tussen kerk en staat, het concept van de mens als maat der dingen en het recht op leven en vrijheid in het hier en nu.

Artikel V – Ondeelbaarheid

De Confederatie Mahuset is één en ondeelbaar.

Artikel VI – Trouw aan de natie

Trouw aan de natie en loyaliteit aan de staat zijn fundamentele politieke taken van alle burgers.

Artikel VII – Nationale soevereiniteit

In het aannemen van haar verantwoordelijkheden gesteld door de voorzieningen van de Grondwet, heeft de Confederatie Mahuset soevereiniteit over alle territoria en territoriale wateren die zich bevinden binnen de internationale grenzen van de deelstaten, territoria en districten.

Artikel VIII – Federalisme

Een deelstaat, territorium of district zal soevereiniteit uitoefenen over haar eigen territoria en territoriale wateren over alle zaken die niet liggen binnen de jurisdictie van de Confederatie Mahuset onder de Grondwet.

Artikel IX – Territoriale soevereiniteit

De Confederatie Mahuset mag niet haar soevereiniteit of enig deel van haar territoria of wateren afstaan.

Artikel X – Jus sanguinis
  1. De burgers van de Confederatie Mahuset zullen één nationaliteit hebben bepaald door de wet en zij zullen in het buitenland de bescherming van de Federale Overheid genieten in overeenstemming met de algemeen geaccepteerde internationale beginselen.
  2. Staatsburgers zijn burgers van de deelstaat, territorium of district waarin hun voornaamste woonplaats ligt; Wetten van deeleenheden kunnen echter bepalen dat staatsburgers die een woonplaats, maar niet hun voornaamste woonplaats, bezitten in een deelstaat, territorium of district een burger zijn van dat deelstaat, territorium of district.
  3. Een persoon's voornaamste woonplaats is gevestigd op de plaats waar hij zich gevestigd heeft met de bedoeling, aantoonbaar of voortkomend door omstandigheden, om daar het middelpunt van zijn levensrelaties daar te vestigen. Als deze eis, op de basis van een algehele overweging van een persoon's professionele, economische en sociale levensrelaties voldaan wordt door meerdere woonplaatsen, moet dit persoon de woonplaats waarmee hij de meest hechte relatie heeft als zijn voorname woonplaats aanwijzen.
  4. Een burger's nationaliteit mag behoudens de wet niet worden afgestoten of ingetrokken.
Artikel XI – Economie en douane
  1. De Confederatie Mahuset zal een verenigde entiteit vormen op gebied van economie en douanerechten. De federale wetten zullen de gepaste geleidelijke fasen om deze eenheid te bereiken bepalen.
  2. Het vrije verkeer van kapitaal en goederen tussen de deelstaten, territoria en districten van de Confederatie Mahuset is gegarandeerd en mag behoudens een federale wet niet beperkt worden.
  3. Alle belastingen, heffingen, kosten en tolheffingen geplaatst op het verkeer van goederen van één deelstaat, territorium of district naar een andere deelstaat, territorium of district zijn hierbij opgeheven.
Artikel XII – Vrijzinnigheid

Godsdienstige wetten zullen geen wettelijke status hebben.

Artikel XIII – Nationale vlag

De vlag van de Confederatie Mahuset, de vorm waarvan die wordt voorgeschreven door de relevante wet, zal bestaan uit een kruis Keel langs alle kanten omzoomd Goud met een achtergrond Purper.

Artikel XIV – Nationaal wapenschild

Het wapenschild van de Confederatie Mahuset

Artikel XV – Nationaal maxim

Het maxim van de Confederatie Mahuset zal "Mahusiæ Supra" zijn.

Artikel XVI – Nationaal volkslied

Het volkslied van de Confederatie Mahuset zal And The Waltz Goes On als gecomponeerd door Sir Anthony Hopkins in 1964.

Artikel XVII – Nationaal dier

Het Nationale Dier van de Confederatie Mahuset zal de huiskat zijn.

Artikel XVIII – Hoofdstad en regeringszetel

De Vrije Stad Lazië zal de hoofdstad en regeringszetel van de Confederatie Mahuset zijn.

Artikel XIX – Officiële talen
  1. De officiële talen van de Confederatie Mahuset zullen Engels en Nederlands zijn.
  2. Engels zal dienen als de primaire taal voor communicatie binnen de overheid.
  3. De taal van het gerecht zal Engels zijn.
  4. De deelstaten, territoria en districten mogen, rekening houden met gebruik, gebruiksgemak, kosten, regionale omstandigheden en het balans tussen de behoeften en voorkeuren van de bevolking als geheel of als bevolking in het bpaalde deelstaat, territorium of district, welke specifieke officiële taal dan ook voor wetgevende, administratieve en rechterlijke doeleinden gebruiken.
  5. Niets genoemd in paragraaf 1, 2 en 3 hiervan zal wetgeving van de Lazische Kamer die het gebruik van een taal buiten Engels en Nederlands voor wetgevende, administratieve en rechterlijke doeleinden in regio's of gebieden waar deze taal of talen gesproken zijn door aanzienlijk deel van de bevolking uitsluiten.
  6. In het geval van een tegenstrijdigheid tussen verschillende teksten van de grondwet zal de Engelse tekst voorrang hebben.
Artikel XX – Uitvoering van de bepalingen in deze grondwet

De Confederatie Mahuset en de deelstaten, territoria en districten zullen meewerken, elk binnen de grenzen van zijn verantwoordelijkheden en capaciteiten, in het uitvoeren van de bepalingen in deze grondwet.

Artikel XXI – Grondwet als staatsrechtelijke basisregeling
  1. Deze grondwet is de staatsrechtelijke basisregeling van de Confederatie Mahuset. Alle wetten onverenigbaar met deze grondwet zullen, wat deze onverenigbaarheid betreft, nietig worden verklaard.
  2. Het is de plicht van elk persoon om deze grondwet te handhaven.
Enig lid gerelateerd tot definities en interpretatie
  1. Bepalingen van deze grondwet in het mannelijk geslacht gelden ook voor het vrouwelijk geslacht.

Deel II - Burgerrechten, Vrijheden en Plichten

Artikel XXII – Democratische waarden
  1. Democratische waarden vormen de basis van de staat, zodat het niet gebonden kan worden aan een exclusieve ideologie of aan een bijzonder godsdienst.
  2. Overheidsgezag mag alleen worden uitgevoerd in gevallen en binnen de grenzen gesteld door de wet en enkel op de manier gesteld door de wet.
  3. Iedereen mag dat doen dat niet bij wet verboden is; en niemand kan gedwongen worden om dat te doen wat haar wettelijk niet is opgelegd.
Artikel XXIII – Gelijkheid in waardigheid

Iedereen is vrij en gelijk in hun waardigheid en rechten. Hun fundamentele rechten en vrijheden zijn inherent, onvervreemdbaar, onaantastbaar en onafzegbaar.

Artikel XXIV – Capaciteit om rechten te bezitten

Iedereen heeft de capaciteit om rechten te bezitten.

Artikel XXV – Vrijheid van meningsuiting
  1. De vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van informatie zijn gegarandeerd.
  2. Iedereen heeft het recht haar mening in toespraak, in schrift, in de pers, in foto's, in memes, of in welke vorm dan ook te uiten, zowel als het recht om vrij ideeën en informatie te zoeken, ontvangen en te verspreiden ongeacht de grenzen van de staat.
  3. Censuur is niet toegestaan. Vrijheid van censuur omvat ook vrijheid van ongerechtvaardigd afschermen en filteren. Internet tussenpersonen moeten nooit door de staat of door andere partijen onder druk gezet worden om content te verwijderen, verstoppen of blokkeren.
  4. Geen wetgeving zal gelezen of uitgeoefend worden op een manier die discussie, kritiek of uitdrukkingen van antipathie, afkeer, bespotting, belediging of misbruik van bijzondere godsdiensten of van de overtuigingen en religieuze praktijken van hun aanhangers verbiedt of beperkt, of van elk ander geloofssysteem of de overtuigingen of religieuze praktijken van hun aanhangers, het bekeren of aansporen tot leden van een ander godsdienst of geloofssysteem om te stoppen met het uitoefenen van hun godsdienst of geloofssysteem verbiedt of beperket, of van dergelijke vormen van discussie, kritiek en uitdrukkingen verbieden of beperken ongeacht de mogelijke controversiële, kwetsende, onfatsoenlijke, aanstootgevende, dreigende, godslasterlijke, pornografische, haatdragende of discriminerende aard, inhoud of karakter van het genoemde discussie, kritiek of uitdrukking.
Artikel XXVI – Vrijheid van geweten
  1. De vrijheid van gedachten, geweten en geloofsovertuiging is gegarandeerd. Iedereen bezit het recht om haar religie of geloof te veranderen of om geen geloofsovertuiging te hebben.
  2. De vrijheid van wetenschappelijk onderzoek en van artistieke schepping is gegarandeerd.
Artikel XXVII – Vrijheid van godsdienst
  1. Iedereen heeft het recht om alleen of in gemeenschap met anderen, in privé of openbaar, door aanbidding, onderricht, oefening of naleving vrij haar religie of geloof te belijden.
  2. Kerken en geloofsgemeenschappen besturen hun eigen zaken; in het bijzonder, vestigen zij hun eigen instanties en benoemen zij hun eigen geestelijken, alsmede stichten zij hun eigen religieuze ordes en andere kerkelijke instellingen, onafhankelijk van overheidsinstanties.
  3. De voorwaarden waaronder godsdienstonderwijs gegeven mag worden op openbare scholen zullen neergelegd worden in de wet.
  4. De uitvoering van deze rechten mag door de wet beperkt worden in geval van maatregelen die nog zijn in een democratische maatschappij voor de bescherming van openbare veiligheid en order, gezondheid en goede zeden, of de rechten en vrijheden van anderen.
Artikel XXVIII – Recht tot de vruchten van eigen intellectuele activiteit
  1. De rechten tot de vruchten van eigen intellectuele activiteit zal door de wet beschermd worden.
  2. Het recht op toegang tot culturele rijkdommen is gegarandeerd onder voorwaarden gesteld door de wet.
  3. Niets genoemd in Paragraaf 1 hiervan zal de vrijheid van meningsuiting beperken. De bepalingen hiertoe, inclusief 'fair use' uitzonderingen en beperkingen (bijvoorbeeld uitzonderingen voor gebruik thuis en in de klas, formaatconversie, tijdverschuiving, uitlening door bibliotheken, recensie, kritiek, nieuwsberichtgeving, satire, citaten, karikatuur, parodie, pastiche, onderzoek, sampling, datamining, reverse engineering en hyperlinken, zullen worden bepaald in de wet.
Artikel XXIX – Recht tot de vrije ontplooing van ieders persoonlijkheid
  1. Iedereen heeft het recht tot de vrije ontplooing van zijn persoonlijkheid.
  2. De virtuele persoonlijkheid van het menselijk persoon, (dat is de persoonlijke identificatie informatiesystemen) is onaantastbaar.
Artikel XXX – Vrijheid van discriminatie
  1. Iedereen is het genot van haar fundamentele rechten en basisvrijheden gegarandeerd zonder invloed van geslacht, ras, huidskleur, taal, geloof en religie, politieke of andere overtuiging, nationale of sociale afkomst, lidmaatschap in een nationale of ethnische minderheid, eigendom, geboorte of andere status.
  2. Iedereen heeft het recht om vrij haar nationaliteit te kiezen. Het is verboden om de keuze op welke wijze dan ook te beïnvloeden, net zoals dat het verboden is om druk uit te oefenen om een persoon's nationale identiteit te onderdrukken.
  3. Niemand mag nadeel veroorzaakt krijgen voor het slechts opkomen voor haar fundamentele rechten en basisvrijheden.
  4. Discriminatie op grond van positieve discriminatie bedoeld om moeilijkheden voor groepen die discriminatie uit het verleden hebben ervaren te verbeteren is verboden.
Artikel XXXI – Recht op leven
  1. Iedereen heeft het recht op leven.
  2. Niemand mag van haar leven beroofd worden.
  3. Ontneming van leven, waaronder ook doodstraf, is niet toegebracht in overtreding van dit artikel als het optreed in samenhang met gedrag dat niet crimineel is onder de wet.
Artikel XXXII – Recht op vrijheid
  1. Persoonlijke vrijheid is gegarandeerd.
  2. Nemand mag vervolgd worden of beroofd worden van haar vrijheid behalve op de gronden en op de manier bepaald door de wet. Niemand mag beroofd worden van haar vrijheid voor slechts het onvermogen om een contractuele verplichting na te komen.
  3. Een persoon beschuldigd van of verdacht van het plegen van een strafbaar feit mag alleen gedetineerd worden in zaken genoemd door de wet. Een persoon wie gedetineerd is zal onmiddelijk geïnformeerd worden van de gronden voor de detentie, ondervraagd, en binnen uiterlijk achtenveertig uur, vrijgegeven worden of overhandigd worden aan een rechtbank. Een rechter moet het gedetineerd persoon ondervragen en moet bepalen, binnen vierentwintig uur van haar ontvangst, of het persoon in hechtenis geplaatst wordt of vrijgegeven wordt.
  4. Een persoon beschuldigd van een strafbaar feit mag alleen gearresteerd worden op de basis van een dwangbevel dat schriftelijk is uitgegeven door een rechter die de gronden van een arrestatie verklaart. Het gearresteerde persoon zal binnen vierentwintig uur overhandigd worden aan een rechtbank. Een rechter zal het gearresteerde persoon ondervragen en moet bepalen, binnen vierentwintig uur, of het persoon in hechtenis geplaatst wordt of vrijgegeven wordt.
  5. Niemand mag geplaatst worden hechtenis, behalve op de gronden van en voor de periode bepaald in een wet, en alleen op basis van een rechterlijke beslissing.
  6. De wet zal de zaken waarin een persoon geplaatst mag worden of gehouden wordt in een medische instelling zonder haar instemming bepalen. Een rechtbank moet ingelicht worden binnen vierentwintig uur dat dergelijke maatregelen genomen zijn en het zal een besluit nemen op zo'n plaatsing binnen zeven dagen.
Artikel XXXIII – Recht op privacy
  1. De onaantastbaarheid van het persoon en van har privacy is gegarandeerd. Dit mag alleen beperkt worden in gevallen bepaald door de wet.
  2. Iedereen heeft het recht om beschermd te worden van onbevoegde invraak in haar privé- en familieleven
  3. Iedereen heeft het recht om beschermd te worden van onbevoegde verzameling, publieke openbaringen of ander misbruik van haar persoonlijke data.
  4. Iedereen heeft het recht om de persoonlijke data verzameld over hun en het gebruik daarvan te controleren, in te zien, terug te halen en te verwijderen.
Artikel XXXIV – Privacy van correspondentie, de posterijen en telecommunicatie
  1. Niemand mag de vertrouwelijkheid van brieven of de vertrouwelijkheid van andere papieren of documenten, ongeacht of ze privé bewaard worden of gestuurd zijn met de post, behalve in gevallen en op de manier gesteld in de wet. De vertrouwelijkheid van communicaties gestuurd via telefoon, telegraaf of via andere vergelijkbare apparaten is op dezelfde manier gegarandeerd.
  2. Iedereen heeft het recht om encryptie technologie te gebruiken om veilige, privé en anonieme communicatie te garanderen.
Artikel XXXV – Recht op eigendom
  1. Iedereen heeft het recht om eigendom te bezitten. Elke eigenaar's eigendomsrecht zal dezelfde inhoud hebben en genieten van dezelfde bescherming. Erfenis is gegarandeerd.
  2. De wet zal het eigendom nodig voor het beveiligen van de behoeften van de hele maatschappij, de ontwikkeling van de nationale economie en de openbare welzijn aanwijzen, wat exclusief door de staat, een deelstaat, territorium of district, een gemeente of door aangewezen rechtspersonen; de wet mag ook bepalen dat bepaalde voorwerpen exclusief bezit mogen worden door burgers of door rechtspersonen met hun hoofdkantoor in de Confederatie Mahuset.
  3. Eigendom brengt plichten met zig mee. Het mag niet misbruikt worden tot het nadeel van de rechten van anderen of in strijd met wettelijk beschermde algemene belangen. Het mag niet uitgevoerd worden om menselijke gezondheid, natuur of het milieu te verstoren buiten de grenzen gesteld door de wet.
  4. Onteigining of andere verplichte beperkingen op eigendomsrechten is toegestaan in het algemeen belang, op basis van de wet en voor voldoende compensatie.
  5. Taxes and fees shall be levied only on the basis of law.
  6. Belastingen en kosten mogen alleen op de basis van de wet geheven worden.
Artikel XXXVI – Onschendbaarheid van ieder's woning
  1. Een ieder's woning is onschendbaar. Het mag niet worden binnengedrongen zonder de toestemming van het persoon wie daar leeft.
  2. Een woning mag alleen doorzocht worden voor de doeleinden van een strafprocedure op de basis van een dwangbevel schriftelijk uitgegeven door een rechter waarin de redenen daarvoor gesteld zijn. De manier waarop een woning doorzocht mag worden zal aangegeven woorden in de wet.
  3. Andere inbreuken op de onschendbaarheid van een woning mogen alleen door de wet toegestaan als deze nodig zijn in een democratische maatschappij voor de bescherming van het leven of de gezondheid van individuen, voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen of om een serieuze bedreiging voor openbare veiligheid en de openbare orde te voorkomen. Als een woning ook gebruikt wordt voor een handelsonderneming of voor het uitvoeren van andere economische activiteiten, mag de wet zulke inbreuken toestaan als deze nodig zijn voor het uitvoeren van de taken van openbaar bestuur.
Artikel XXXVII – Vrijheid van verkeer
  1. The freedom of movement and of residence is guaranteed.
  2. Everyone who is legitimately staying within the territory of the Confederation of Mahuset has the right freely to leave it.
  3. These freedoms may be limited by law if such is unavoidable for the security of the state, the maintenance of public order, the protection of the rights and freedoms of others or, in demarcated areas, for the purpose of protecting nature.
  4. Every citizen is free to enter the territory of the Confederation of Mahuset. No citizen may be forced to leave her homeland.
  5. An alien may be expelled only in cases specified by the law.
Artikel XXXVIII – Recht tot vreedzame vergadering
  1. The right of peaceful assembly is guaranteed.
  2. This right may be limited by law in the case of assemblies held in public places, if it concerns measures necessary in a democratic society for the protection of the rights and freedoms of others, public order, health, morals, property, or the security of the state. However, an assembly shall not be made to depend on the grant of permission by a public administrative authority.
  3. This right may be limited for judges, prosecutors, members of the armed forces or other civil servants.
Artikel XXXIX – Recht van vereniging
  1. The right of association is guaranteed. Everybody has the right to associate together with others in clubs, societies, and other associations.
  2. Citizens also have the right to form political parties and political movements and to associate therein.
  3. The exercise of these rights may be limited only in cases specified by law, if it involves measures that are necessary in a democratic society for the security of the state, the protection of public security and public order, the prevention of crime, or the protection of the rights and freedoms of others.
  4. Political parties and political movements, as well as other associations, are separate from the state.
Artikel XL – Recht op democratie
  1. Citizens have the right to participate in the administration of public affairs either directly or through the free election of their representatives.
  2. Elections must be held within terms not exceeding the regular electoral terms provided for by law.
  3. The right to vote is universal and equal, and shall be exercised by secret ballot. The conditions for exercising the right to vote shall be provided for by law.
  4. Citizens shall have access, on an equal basis, to any elective and other public office.
Artikel XLI – Politiek pluralisme

Any statutory provisions relating to political rights and freedoms, as well as the interpretation and application thereof, shall make possible and protect the free competition among political forces in a democratic society.

Artikel XLII – Recht op weestand tegen tyrannie

Citizens have the right to resist anybody who would do away with the democratic order of human rights and fundamental freedoms, established by this Constitution, if the actions of constitutional bodies or the effective use of legal means have been frustrated.

Artikel XLIII – Vrijheid van beroep
  1. Everybody has the right to the free choice of her profession and the training for that profession, as well as the right to engage in enterprise and pursue other economic activity.
  2. Conditions and limitations may be set by law upon the right to engage in certain professions or activities.
  3. Different rules for aliens may be provided for by law.
Artikel XLIV – Vrijheid van slavernij
  1. No one may be subjected to forced labour or service.
  2. The provision of Paragraph 1 shall not apply to:
  1. labour imposed in accordance with law upon persons serving a prison sentence or upon persons serving other penalties that take the place of the penalty of imprisonment,
  2. military service or some other service provided for by law in place of compulsory military service,
  3. service required on the basis of law in the event of natural disasters, accidents, or other danger threatening human life, health, or property of significant value,
  4. conduct imposed by law for the protection of life, health, or the rights of others.
Artikel XLV – Gezinsrechten
  1. Marriage, parenthood and the family are under the protection of the law. Special protection is guaranteed to children and adolescents.
  2. Pregnant women are guaranteed special care, protection in labour relations, and suitable labour conditions.
  3. It is the parents’ right to care for and bring up their children; children have the right to parental upbringing and care. Parental rights may be limited and minor children may be removed from their parents’ custody against the latters' will only by the decision of a court on the basis of the law.
  4. Detailed provisions shall be set by law.
Artikel XLVI – Grondwettlijke klachten
  1. Everyone may assert, through the prescribed procedure, his rights before an independent and impartial court or, in specified cases, before another body.
  2. Unless a law provides otherwise, a person who claims that his rights were curtailed by a decision of a public administrative authority may turn to a court for review of the legality of that decision. However, judicial review of decisions affecting the fundamental rights and freedoms listed in this Constitution may not be removed from the jurisdiction of courts.
  3. Everybody is entitled to compensation for damage caused her by an unlawful decision of a court, other State bodies, or public administrative authorities, or as the result of an incorrect official procedure.
  4. Conditions therefore and detailed provisions shall be set by law.
Artikel XLVII – Vrijheid van zelfbeschuldiging
  1. Everyone has the right to refuse to give testimony if she would thereby incriminate herself or a person close to her.
  2. In proceedings before courts, other State bodies, or public administrative authorities, everyone shall have the right to legal assistance from the very beginning of such proceedings.
  3. All parties to such proceedings are equal.
  4. Anyone who declares that she does not speak the language in which a proceeding is being conducted has the right to the services of an interpreter.
Artikel XLVIII – Recht tot internettoegang
  1. Everyone has the right to access to, and make use of, the Internet or World Wide Web.
  2. The provision of Paragraph 1 shall not apply to:
  1. punishments imposed in accordance with law upon persons serving a prison sentence or upon persons serving other penalties that take the place of the penalty of imprisonment,
  2. conduct imposed by law only if such is necessary in a democratic society for the protection of the life or health of individuals, for the protection of the rights and freedoms of others, or in order to avert a serious threat to public security and order.
Artikel XLIX – Recht op zelfverdediging
  1. Everyone has the right to self–defence, (i.e. the legitimate usage of force when a person has reasonable subjective grounds for believing, and does in fact believe, that danger of his, of others or of his property being killed, of receiving great bodily harm, or of otherwise being in peril, is imminent, so that he may act on such appearances and defend himself, even to the extent of taking human life when necessary, although it may turn out that the appearances were false, or although he may have been mistaken as to the extent of the real actual danger.).
  2. Everyone has the right to bear arms, for their protection and legitimate defence, in accordance with the law.
  3. The law shall specify the legal definition of peril and otherwise specify as to properly give effect to the right established in Paragraph 1 hereof.
Artikel L – Recht op een snel proces
  1. No one may be removed from the jurisdiction of his lawful judge. The jurisdiction of courts and the competence of judges shall be provided for by law.
  2. Everyone has the right to have his case considered in public, without unnecessary delay, and in her presence, as well as to express her opinion on all of the admitted evidence. The public may be excluded only in cases specified by law.
Artikel LI – Straffen in de wet

Only a law may designate which acts constitute a crime and what penalties, or other detriments to rights or property, may be imposed for committing them.

Artikel LII – Recht op een eerlijk proces
  1. Only a court may decide on guilt and on the punishment for criminal offences.
  2. A person against whom a criminal proceeding has been brought shall be considered innocent until his guilt is declared in a court’s final judgement of conviction in accordance with due process.
  3. The accused has the right to be given the time and opportunity to prepare a defence and to be able to defend herself, either pro se or with the assistance of counsel. If he fails to choose counsel even though the law requires her to have one, he shall be appointed counsel by the court. The law shall set down the cases in which the accused is entitled to counsel free of charge.
  4. The accused has the right to refuse to give testimony; she may not be deprived of this right in any manner whatsoever.
  5. No one may be criminally prosecuted for an act for which she has already been finally convicted or acquitted. This rule shall not preclude the application, in conformity with law, of extraordinary procedures of legal redress.
  6. The question whether an act is punishable or not shall be considered, and penalties shall be imposed, in accordance with the law in effect at the time the act was committed. A subsequent law shall be applied if it is more favourable for the offender.
  7. The victim in a criminal process shall be able to intervene in accordance with the law, and shall have the right to be heard before each judicial decision. In the event that he or she does not have the necessary economic resources, he or she will be assisted free of charge by a lawyer appointed by the State.
Artikel LIII – Plichten van burgers
  1. Duties may be imposed only on the basis, and within the bounds, of law, and only while respecting the fundamental rights and freedoms.
  2. Any statutory limitation upon the fundamental rights and freedoms must apply in the same way to all cases which meet the specified conditions.
  3. When employing the provisions concerning limitations upon the fundamental rights and freedoms, the essence and significance of these rights and freedoms must be preserved. Such limitations shall not be misused for purposes other than those for which they were enacted.
Artikel LIV – Uitoefening van rechten
  1. No one may, in exercising his rights, endanger or otherwise threaten the free exercise of the rights of others.
  2. No one may, in exercising his rights, endanger or cause damage to the environment, natural resources, the wealth of natural species, or cultural monuments beyond the extent set by law.

Deel III - Aanneming van Wetgeving en Uitvoeringsbevellen en de Bevoegde Autoriteiten

Deel IV - Van het Censuuraat

Titel I - Beheer van Overheidsfinanciën en Toediening van Overheidsmiddelen

Deel V - Van het Ambtenarenapparaat

Deel VI - Federale Autoriteiten

Titel I - Administratie

Hoofdstuk I - Federale Administratie

Titel II - Justitiestelsel

Deel VII - Genoegdoening van Klachten

Deel VIII - Territoria van de Staat

Titel I - Status Aparte

Deel IX - Deelstaten, Territoria en Districten

Titel I - Administratie

Hoofdstuk I - Wetgeving en Uitvoering door Deelstaten

Hoofdstuk II - Wetgeving en Uitvoering door Deelterritoria

Hoofdstuk III - Wetgeving en Uitvoering door Deeldistricten

Deel X - Distributie van Wetgevende, Uitvoerende en Internationale Jurisdicties tussen de Federale Staat en de Deelstaten, Territoria en Districten

Deel XI - Referenda en Volksinitiatieven

Deel XII - Krijgsmacht

Deel XIII - Afsluitende Voorzieningen

Erkenningen

Ondertekeningen